zondag, mei 06, 2007

zo maar een zondag

Van een attente vriendin kreeg ik de tip om vandaag naar Delft te komen omdat de Veils zouden spelen in een platenzaak aldaar. Recht vanuit een vroege dienst rolde ik zo'n beetje Delft binnen. Te laat maar gelukkig waren de mannen van de band ook niet zo stipt en dus was ik nog ruim op tijd ook.

Ik heb jullie al eens eerder geprobeerd warm te krijgen voor de band in kwestie. Ik weet niet hoe succesvol mijn poging was maar ik ben toch geneigd om iets toe te voegen aan mijn verhaal.
Ik heb jullie verteld van de lapsang souchong smaak die de muziek van de Veils achterlaat. Misschien heb ik nog iets groots gezegd over de teksten van de zanger.
Ik heb vast ook wel gemeld hoe de man op het podium staat en een theatraal beeld neerzet van een getormenteerde ziel en een hoed met brede rand.
Daar moet ik nu iets aan toevoegen.

De man in kwestie is slungelig, schriel en leek bij het uitstappen uit zijn busje meer op een verdwaalde rugzaktoerist zonder rugzak. Een beetje geschrokken keek hij de wereld in maar dan het liefst zo min mogelijk. Achterin de winkel werd zijn plekje ingericht.
De man in kwestie zat op een te kleine stoel, wat in elkaar gedoken en verontschuldigend kijkend voor zijn slechte voorbereiding, vroeg hij ons wat we wilden horen. Hij speelde. Hij zong.
Het geluid van een wat dikkere oude man met een leven vol leed achter zich kwam toch echt uit dit kleine lijfje. Vervolgens neemt hij zijn applaus in ontvangst en opeens veranderd het beeld.
Dit is geen man, dit is een jongen. Dit is geen doorleefde ziel, dit is een verlegen puber met lichte ogen en een donker geluid.
Die verwarring bleef. Kwetsbaar als een jongen maar zodra hij begint te zingen ingeleefd en doorleefd.

Bij het verlaten van de zaak was ik blij verrast maar ook teleurgesteld maar in beide gevallen met een zoete nasmaak.

De vriendin in kwestie heeft me aangespoord om toch iets te laten signeren (ik was de cd waarop dit moest gebeuren vergeten in de vroege-dienst-haast) en zo kwam het dat ik schoorvoetend tegenover de man in kwestie stond. Hij stond (weer zo ontwapenend) nog even cdtjes uit te zoeken in de winkel en ik voelde me best een beetje raar dat ik hem hierin stoorde.
En weer die tegenstrijdigheid:
Ik loop op hem af met het gevoel dat ik 'de Artiest' tegemoet treed. Ik vraag beleefd of ik hem even mag storen en direct slaat het beeld weer om: een kleine verlegen jongen fluistert haast geruststellend 'sure...!' Ik leg hem mijn probleem voor; ik heb alleen een tas te signeren bij me en hij vindt het niet alleen 'geen enkel probleem' hij vraagt onzeker en vol verbazing aan mij wat hij er dan op moet zetten... 'my name? or...?' Tja...eh...wat zet een Artiest eigenlijk neer als krabbel?
Met een uiterste concentratie tekende hij langzaam en zorgvuldig zijn naam op mijn tas en bedankte mij vervolgens in plaats van ik hem.

Bij de koffie die we daarna dronken in het naastgelegen café ontdekten we dat hij Finn heet.

Everybody thinks it's something real