vrijdag, november 21, 2008

Bemoeienissen

We hebben in Nederland veel regels. Heel veel regels. Blijkbaar ligt het in onze natuur om zo veel mogelijk vast te leggen voor het geval het anders zou lopen dan gepland. Nu zal ik niet zeuren over het bestaan van regels want ik ben een Nederlander dus ik houd er van, tegen wil en dank.
Er zijn regels die zo belangrijk en zo bindend zijn dat het wetten zijn. Dat begrijp ik ook want als je met z'n velen bij elkaar leeft, moeten er duidelijke en bindende spelregels zijn. Geen probleem tot zover. Maar het is een beetje doorgeschoten allemaal.


We hebben een overheid die regels opstelt voor van alles.
Hoe en waar je parkeert. Of je een stukje aan je huis kan bouwen, hoe dat er dan uit moet zien en per wanneer je kan beginnen met bouwen. Hoe je je afval sorteert, wanneer en hoe je dit aanbiedt aan de vuilnisman. Of je op straat bier mag drinken. Waar je mag roken en vooral waar niet. Wat je gebruikt om je geest te verruimen en waar je dat kunt kopen. Welke hoeren waar mogen werken en welk werktijdenbesluit hierop van toepassing is. Sowieso wordt er graag invloed uitgeoefend op onze werktijden. Daarop aansluitend wil de overheid graag zien dat ouders allebei aan het werk gaan en dus wordt er druk uitgeoefend op eenieder die besluit om de eigen kinderen op te vangen in plaats van dit aan anderen over te laten. Het aantal sollicitatiebrieven wat een werkloze schrijft is vastgelegd in regels, de tijd die men mag nemen om tijdelijk arbeidsongeschikt te zijn en voor hoeveel procent dit dan is en de wijze waarop men reïntegreert in het arbeidsproces, het staat allemaal zwart op wit. De plek waar jongeren mogen hangen, de kleur van de fietsenrekken in de stad, het soort winkels wat er in een bepaalde straat gevestigd mag worden. Tegenwoordig bestaan er ook regels over wat men zou moeten eten, hoe vaak men zou moeten eten en hoeveel men minimaal en maximaal mag wegen. Er wordt ook bepaald wie er zijn eigen kinderen wel mag opvoeden en wie niet, hoe dat zou moeten gebeuren en wie er mag ingrijpen. De overheid maakt uit dat allochtone ouders hun kinderen beter moeten opvoeden, kinderen mogen 's avonds na 21.00u niet meer de straat op om te zorgen dat mensen met een andere culturele achtergrond hun kinderen óók op tijd binnenhalen. Je mag je kind niet slaan, niet verwaalozen en je moet het goed te eten geven. Kinderen mogen het niet te druk hebben, er bestaat bemoeienis met hoe we onze kinderen overspannen. Films hebben een ondergrens in de leeftijd waarop men naar die films mag kijken en hetzelfde geldt voor games. Haatzaaien op internet mag niet en de overheid bepaalt wat haatzaaiend is. Onzedelijkheid is nog zo'n heikel punt. Er is een minister die zich druk maakt over de seksuele moraal van de jeugd van tegenwoordig. Een wethouder in Den Haag wil het sissen van allochtone jongens strafbaar maken. Ik kan hier nog meters tekst aan verspillen; voor iedere stap die we zetten is tegenwoordig een regel, een wet of een wetsvoorstel. Dat irriteert mij. Niet omdat ik een hekel heb aan regels, dat heb ik al uitgelegd. Het irriteert mij omdat ik als burger, als individu, het gevoel krijg dat de overheid denkt dat ik zelf geen hersens heb. Dat ik niet weet dat er gesolliciteerd moet worden als ik geen baan heb. Dat ik voor de lol langdurig ziek zou kunnen worden. Dat ik niet weet dat mijn eventueel toekomstige kinderen 's avonds in bed moeten liggen in plaats van over straat te zwalken. Dat ik niet oplet waar diezelfde eventuele kinderen naar kijken op TV of in de bioscoop. Dat ik diezelfde eventuele kinderen geen juiste seksuele moraal kan bijbrengen. Dat ik dom ben en dat het ministerie van jeugd en gezin, het ministerie van wvc en weet ik veel welk ministerie nog meer mij moeten leiden naar het juiste gedrag, de juiste omgangsvormen en de juiste moraal. Dat ik opgevoed moet worden.


Dit is zo'n algemeen bekende en zo nu en dan opspelende frustratie. Meestal moet ik om mezelf lachen als het weer eens opspeelt. Deze week ging het mis. ik moest niet lachen.

Let op:

Guusje ter Horst, minister van binnenlandse zaken, gaat een waardencatalogus, een handboek, opstellen van goed burgerschap. Ik hoorde dit eerste zinnetje op het nieuws terwijl ik in de auto zat en ik begon weer met een interne tirade. 'Krijgen we nu weer een pakket leefregels, gedragsregels en denkregels opgelegd?!' Het was het nieuws van 07.00u ('s ochtends!) dus het drong niet tot me door hoe dit bericht verder ging. Om 07.30u hoorde ik de volgende zinnen van het bericht.
Mevrouw ter Horst vindt dat we ons als goede burgers wat verantwoordelijker moeten gedragen. Dat we vanuit onze eigen gezonde moraal moeten handelen, onze verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar moeten nemen en... (...tromgeroffel, de spanning stijgt....) niet zo afhankelijk moeten zijn van de overheid.


De overheid gaat nu voor mij vastleggen dat ik me niet moet vasthouden aan wat zij voor mij vastleggen. Er komen misschien wel regels over hoe je regels moet overtreden.
'Zo mevrouwtje... ik zie dat uw parkeerticket 2 minuten geleden verstreken is. Zeker een lange rij bij de kassa? kleingeld was op? Zegt u het maar, welke smoes wordt het? Dan schrijf ik ondertussen een parkeerbon van 50 eurootjes voor u uit...'
'Nou meneer de parkeerwachter, ik ben het in het geheel niet eens met het zo zorgvuldig en gedetailleerd vastgelegde parkeerbeleid hier in de stad. U kunt dus, volgens de theorie van ter Horst, deze parkeerbon in uw poepertje proppen. Ik moet namelijk een zelfstandig denkend individu worden en niet afhankelijk zijn van de overheid dus ik parkeer mijn barrel waar ik dat wil en ik betaal daarvoor wat ik wil. Daar heb ik goed over nagedacht. Adieu!'

'Zo mevrouwtje. U bent helaas in overtreding van wetsartikel nogwattes artikel ditendat. U heeft het voorhoofd van uw overbuurvrouw kapotgeslagen op haar net gerenoveerde monumentale gevel. Dat kan toch niet?! Realiseert u zich dat u de wet heeft overtreden??'
'Ja meneer de agent, ik realiseer mij dit terdege. Als goed burger heb ik mij onafhankelijk van de overheid opgesteld en zodoende op geheel eigen, en eerlijk gezegd ook zeer effectieve wijze een einde gemaakt aan de geluidshinder die ik ondervond als gevolg van het overmatig gebruik van haar nieuwe hogedrukreiniger. Dus.... kan ik nu weer gaan?'


Kijk, ik kan twee dingen doen. Ik kan in opstand komen tegen deze dubbelopistische wijze waarop men beleid denkt te moeten uitschrijven. eerst ben ik dom en moet in alles begeleid worden. Vervolgens moet ik vooral op eigen benen staan. In opstand komen zou echter betekenen dat ik het niet eens ben met mevrouw ter Horst. Dat geeft haar en haar vrienden van het binnenhof de kans om te roepen 'ZIE JE WEL!!! Ze hebben heel veel sturing nodig!'

Ik kan er ook de lol van inzien, en eerlijk is eerlijk, als het niet zo sneu was, zou het grappig zijn.


Maar dan:

Ik kom in een gezin waarin de oudste zoon (van 4) de slimste is. Dat bedoel ik niet als belediging maar de ouders bleken ontestbaar qua IQ, zo laag is het. De jongste, van 3, heeft een aandoening aan zijn hartje en is ondervoed. De kinderen kunnen niet praten omdat hun ouders niet tegen hen praten. De kinderen zijn niet zindelijk omdat de ouders niet weten dat je dit aan een kind moet leren. Een verzoek om een machtiging tot uithuisplaatsing is afgewezen omdat de rechter vond dat de rapportage onvoldoende volledig was. Een gezond moreel besef bracht de rechter in een lastig dilemma. Een weldenkend mens ziet wat er aan de hand is in dit gezin en wil ingrijpen.
Maar de regels zijn nu eenmaal dat hij zich moet baseren op rapportage. Ik werk in het gezin op verzoek van dezelfde rechter. Ik rapporteer mijn bevindingen en breng de ondertussen gevaarlijk situatie onder de aandacht van willekeurige invloedrijke mensen. Ze zijn het allemaal met me eens. Vandaag is het verzoek wederom afgewezen; er is geen direct levensgevaar. De kinderen zijn ondervoed, ondergestimuleerd, verwaarloosd en worden mishandeld. Ouders krijgen nog een kans. En de kinderen? De overheid heeft vastgelegd dat deze kinderen om dubieuze redenen geen kans verdienen.

Ik heb mij als goede burger verantwoordelijk gevoeld voor deze kinderen zoals de minister van mij verwacht. Ik heb mij ingezet voor de bescherming van deze kinderen. Ik heb me er ellendig over gevoeld; ingrijpen betekent dat ze nooit meer bij hun ouders slapen en de komende sinterklaas in een crisispleeggezin doorbrengen in plaats van thuis. Toch leek het beter; veiligheid, bescherming, verzorging. Ik wil niet dat de jongste van de twee dood gaat door hartritmestoornissen als gevolg van ondervoeding. Dat woog zwaarder.
Ik heb gedaan wat Guusje van me vraagt; zelf nagedacht, verantwoordelijkheid genomen en volgens een gezonde moraal een ander willen helpen. Toch werkt diezelfde overheid me tegen. De kinderen blijven thuis en ik mag 3x per week langsgaan om te zien hoe slecht het met ze gaat want.... zo zijn de regels.

wat zou Guusje zeggen als er binnenkort in de krant staat dat er twee jonge kinderen dood gevonden zijn in een huis in de schilderswijk in Den Haag? Zou ze me een compliment geven voor het volgen van de regels of zou ze me verwijten dat ik geen goed burgerschap heb getoond?
Weltrusten.

1 Comments:

Blogger Moniek said...

Ik wil mij nergens mee bemoeien hoor, maar dit is best een lange log.
Maar je boodschap is heel duidelijk.
X tot dinsdag

23 november, 2008 20:44  

Een reactie posten

<< Home