vrijdag, mei 18, 2007

Over mijlpalen en tijdbommen

Toen hij vier jaar oud was, werd hij samen met zijn broer opgehaald uit een weeshuis in Rio de Janeiro. Het echtpaar wat hem kwam ophalen nam hem en zijn broer mee naar Nederland en met de beste bedoelingen begonnen deze kersverse adoptie-ouders aan een zware taak.
Als snel bleek hij zwakbegaafd. Al even snel bleek zijn gedrag blij vlagen onhandelbaar.
Gelukkig was hij tussen die vlagen door ook gewoon een lief kereltje.
Het lieve kereltje groeide verder op en werd steeds harder. De vlagen werden buien en de buien werden uitbarstingen. Achteraf kun je nog steeds alleen maar raden hoe het werkelijk zat. Wat had hij meegemaakt in die eerste 4 jaar?
Wat doet het met zo'n klein kind om op die leeftijd alsnog een thuis te moeten vinden? Wat heeft hij meegekregen in zijn genenpakket? Hoe loyaal was hij ten opzichte van zijn biologische moeder en wat was de invloed van die loyaliteit op zijn relatie met zijn adoptie-ouders?
Hoe dan ook; hij groeide op. Uiteindelijk besluiten zijn ouders om hem te laten onderzoeken en hem hiervoor op te laten nemen in een instelling die gespecialiseerd zegt te zijn in dergelijke zaken. Een dik pak aan dossiers en rapportages bereid de instelling voor op zijn komst.
Bij binnenkomst ziet iedereen een mooie jongen van 13 die houdt van een grapje, die flink gespierd is en die zich heel sociaal op kan stellen tegenover anderen en zeker tegenover kleinere kinderen. Na verloop van tijd krijgt hij in de gaten dat hij, met zijn postuur en de dreiging van zijn (geweldadige) voorgeschiedenis, de begeleidsters kan manipuleren. Zij zijn jong en hebben geen ervaring met dergelijke jongens. De instelling heeft zich voorgenomen om dergelijke jongens op te nemen en te behandelen en dus begint de tijdbom angstig hard te tikken.
Tikkende tijdbommen ontploffen en laten schade achter. De ontploffing is een keihard geweldsincident waarbij twee begeleidsters fysiek en mentaal kapot gemaakt worden.
De instelling besluit dat deze jongen zo snel mogelijk overgeplaatst moet worden omdat dergelijke incidenten ontoelaatbaar zijn.
Dit moment is de eerste mijlpaal. Het meisje dat de dagbesteding verzorgt voor onder andere deze jongen komt in opstand, in al haar idealisme. "Als we zeggen dat we zulke jongen kunnen behandelen, als we de voorgeschiedenis kennen en beweren hier mee om te kunnen gaan als instelling dan kunnen we hem niet de deur wijzen als hij precies dat doet waarvoor hij in behandeling is gekomen."
Er volgt een periode waarin het idealistische meisje 1 op 1 begeleiding geeft aan deze jongen.
Hoewel er zo af en toe dreigende en dus potentieel gevaarlijke situaties voorkomen, raakt hij haar met geen vinger aan. Zij is de enige die weet dat hij zich schaamt. Zij ziet wel zijn tranen en probeert hem te leren hoe het anders kan.
Op een dag belt zijn vader naar het idealistische meisje om te zeggen dat zijn zoon, as we speak, compleet door het lint gaat. Tijdens het telefoongesprek steekt de jongen een schaar tussen de ribben van zijn vader. De jongen wordt opgepakt en het idealistische meisje ziet de hem nooit meer terug.
Via via hoort ze wel waar hij opgenomen is en hoe het met hem gaat maar iedereen die ze er over spreekt lacht haar vraag naar de jongen weg met cynisme. Gewetensloos. Egocentrisch. Uitbehandeld. Het meisje is teleurgesteld.
Op een dag, nog niet zo lang geleden, het meisje is al lang geen meisje meer en het idealsime is er nog maar bij vlagen, ontmoet ze eindelijk iemand die de jongen kent en die ook oog heeft voor de positievere kanten van de jongen. Ze brengt de groeten over van het meisje. De jonen geeft door dat hij daar blij mee is en doet de groeten terug. Het meisje-dat-al-lang-geen-meisje-meer-is, is blij: na jaren toch een soort van afscheidsmomentje, al was het via iemand anders.
Vorige week liep de jongen met zijn vriendin weg uit de instelling waar zij beiden opgenomen waren. Ze kwamen op TV en stonden op een site voor vermiste mensen. Het meisje bekeek de foto en was geraakt door de nog even mooie kop. Een volwassen hoofd nu maar met dezelfde pretlichtjes.
Gisteren bleken de weglopers gevonden. Het meisje van 17 was door haar vriend van 18 (de jongen waar het allemaal om draaite in dit verhaal) meegenomen naar een sexpand in Rotterdam waar zij gedrogeerd gedwongen werd tot sex met willekeurige mannen. Ze heeft 3 weken op die manier opgesloten gezeten. Haar vriendje was het hulpje van een groep loverboys.
De ooit zo idealistische vrouw ben ik.
Die jongen was mijn eerste echte mijlpaal in mijn werk. Ik leerde hoe je jezelf als instrument kan inzetten om de ander te helpen. Ik leerde door de agressie en de dreiging heen te kijken. ik leerde dat ook in gewetenloze jongens een heel klein stukje 'goed' kan zitten. Je hoeft het niet naar buiten te kunnen laten komen om het aan te kunnen raken. Je hoeft het niet te benoemen, je moet er op vertrouwen, maar nooit teveel.
Ik was toen de enige die weigerde te geloven dat iemand opgegeven moet worden, dat iemand in de steek moet worden gelaten omdat hij wild om zich heen slaat.
Ik leerde dat ik dat in me heb: tegen de stroom in, helemaal alleen ontwierp ik een nieuwe manier van omgaan met iemand als hij. Ik heb daarvoor en daarna nooit meer zo hard en zo mooi gewerkt.
Ik zou het nooit meer zo doen en ook nooit meer zo kunnen.
Mensen reageren op dit nieuws met een al haast aangewende vorm van afgrijzen. Monsters zijn het, die jongens die zo'n meisje zo behandelen. Er werd zelfs ergens geroepen om de doodstraf.
Ik snap dat wel. Zij hebben nooit een bosje zelfgeknutselde bloemen van hem gekregen toen ze jarig waren. Zij hebben hen geen breakdance les gegeven. Zij hebben hem niet gezien toen hij pannenkoeken leerde bakken en zij zagen niet hoe hij een eendekuiken uit een fuik redde. Zij bouwden nooit een hut met hem.
Weer een mijlpaal in mijn leven: hoe hard je ook werkt en hoe veel je ook geeft, je mag voor al deze moeite en investering niets terug verwachten. Dat ik het voor hem opnam betekent niet dat hij mijn gelijk moet bewijzen. Iedere verwachting die ik heb omdat ik zo veel heb gegeven is een onredelijke eis.
Hij heeft mij niet gevraagd om hem te redden, ik heb onbewust van hem verlangd zich te laten redden.